Missionaris, voorvechter, mikpunt van kritiek: Hans de Boer was het de afgelopen jaren allemaal. Tijdens zijn voorzitterschap van VNO-NCW streed hij onvermoeibaar voor een herwaardering van de kracht van Nederland. En nam hij zelden een blad voor de mond.
'Ik hoop vooral dat ze er evenveel plezier aan gaat beleven als ik in de afgelopen 6 jaar en 3 maanden', zegt Hans de Boer aan de vooravond van zijn afscheid over zijn opvolger Ingrid Thijssen. Hij is onder de indruk van haar, maar weet ook dat ze voor een flinke uitdaging staat. Net als hij destijds.
Hoe was úw start?
'In 2014 begon ik aan het eind van een heel diepe crisis. Niemand gaf meer een cent voor de kans op economische groei. Maar ik dacht: als we ervoor gaan in Nederland, is the sky the limit. Gelukkig kreeg ik gelijk: er kwam ook weer beweging in de economie en groei. Met als gevolg de laagste werkloosheid ever. Nederland was wat dat betreft een modelland in Europa en zelfs een topper in de wereld. Ik heb het de afgelopen jaren wel duizend keer uitgedragen: we mogen dan een klein landje zijn, maar we hebben een grote en sterke economie. Daar zijn we trotser op geworden met zijn allen, en daar heb ik wel een steentje aan bijgedragen denk ik.'
Maar ja, toen kwam corona…
'Inderdaad. Dus nu zijn we 6 jaar en 3 maanden verder en zitten we weer in de shit. Dat laat maar zien dat je heel bescheiden moet zijn over wat je kunt bereiken. Anton Dreesmann, met wie ik vroeger veel heb gewerkt, zei wel eens tegen me: 'Hans, we zijn niet meer dan een vliegenpoepje op een lampenkap'. Dat is waar, al denk ik dat het verschil tussen de huidige crisis en die van 2014 is dat we nu omhoog kijken en toen niet.'
Wie is Hans de Boer?Hans de Boer (65), getrouwd en twee kinderen, werd geboren in het Friese Oostdongeradeel. In Amsterdam studeerde hij Economie aan de Vrije Universiteit. Na zijn studie ging hij aan de slag bij het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven. Vier jaar later werd hij beleidsadviseur van de regering op de Nederlandse Antillen. In opdracht van toenmalig minister Jan de Koning ging hij in 1985 op zoek naar de economische argumentatie voor het openhouden van de raffinaderij op Curaçao. Terug in Nederland richtte hij – samen met studievriend Hans Kamps – het Bureau voor Economische Argumentatie op, dat hij acht jaar later verkocht aan KPMG.
Van 1997 tot 2003 was Hans de Boer voorzitter van MKB-Nederland. Daarna werd hij ondernemer, commissaris en adviseur bij diverse organisaties. Ook was hij voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, lid van het Innovatieplatform en initiatiefnemer van Vakcolleges, een keten van moderne ambachtsscholen. Op 1 juli 2014 trad hij aan als voorzitter van VNO-NCW waar hij op Prinsjesdag 2020 na zes jaar en drie maanden afscheid neemt. Van de mooie reizen die hij met zijn vrouw voor de rest van het jaar gepland had, komt waarschijnlijk niets terecht. En in het nieuwe jaar? ‘Ik wil niet hijgerig meteen op de volgende klus duiken, maar uiteindelijk wil ik wel weer een beetje in de business.’
In 2014 zei u dat er iets niet goed zat tussen het bedrijfsleven en de samenleving. Is dat nu ook anders?
'Ik zag het als mijn missie om te laten zien dat het bedrijfsleven de kracht is die écht het verschil maakt. Die welvaart creëert en mensen de kans geeft zich te ontwikkelen. Dat vind ik nog steeds: de beste manier om een samenleving bij elkaar te houden is door te zorgen voor groei en banen. En dat hebben we ook gedaan. Maar het sentiment is niet echt veranderd en dat is schadelijk. Dat een sterke economie de basis is voor een goede samenleving wordt maar matig ingezien.'
Op wat voor manier is dat schadelijk?
'We zitten in Nederland met de unieke situatie dat er vier partijen nodig zijn voor een coalitie die ook nog eens een minderheid heeft in zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Dus vertalen die sentimenten zich sneller dan in het buitenland in wetgeving. Dat levert dan bijvoorbeeld op dat wij als enige in Europa speciale wetgeving hebben die de bonussen in de financiële sector limiteert op 20 procent van het salaris. En nu zitten alle bedrijven die we door de Brexit in Amsterdam hadden kunnen krijgen, in Frankfurt, Parijs en Luxemburg. Dat kost ons economische groei en banen waar iedereen van had kunnen profiteren. Toch heeft Rutte dat politiek moeten weggeven.'
'vergeet niet dat welvaart geen gegeven is'
Anders was het sentiment er waarschijnlijk ook niet beter op geworden.
'Dat is waar. In de samenleving had dat misschien scheve ogen gegeven. Maar als VNO-NCW-voorzitter sta je voor de economie. Een economie die in dienst staat van een goede samenleving. En die samenleving is ook niet altijd consistent. Toen een paar jaar geleden AkzoNobel en later Unilever werden bedreigd kwam er een Kamerbrede motie: kabinet, dat laten jullie toch zeker niet gebeuren! Twee jaar later met de dividendbelasting was het sentiment: nou, laat ze dan maar gaan.'
Frustrerend?
'Ja, want blijkbaar is de prijs van de politieke versnippering dat er irrationele dingen gebeuren als je het vanuit de economie bekijkt.'
Interview gaat na de foto verder