De wereldwijde strijd om de toegang tot grondstoffen is in volle gang. Nederland is als klein land met een grote exporteconomie kwetsbaar als geen ander. Gaat de circulaire economie het telkens opnieuw gebruiken van grondstoffen ons redden?
De vuilnisbelt wordt overbodig. Dat is het uitgangspunt van de circulaire economie. Afval bestaat niet, producten worden aan het einde van hun levensduur weer omgezet in grondstoffen. Het is een concept dat al menig ondernemer enthousiast heeft gemaakt. Ook door TNO en het The Hague Center for Strategic Studies (HCSS) die op 27 augustus een studie over de toekomstige beschikbaarheid van grondstoffen voor de Nederlandse industrie publiceerden, wordt het begrip omarmd.
Niet zo raar want als de import van grondstoffen lastiger of duurder wordt, is het een logische zet om eens te kijken welke grondstoffen je zelf hebt. Dat zijn er meer dan menigeen denkt. Veel basismateriaal is terug te winnen door hergebruik, stellen TNO en het HCSS. Duizend kilo mobiele telefoons bevat meer goud dan 1.000 kilo gouderts. Na gebruik zou een product helemaal teruggebracht moeten worden naar de grondstoffen. Zo kun je jaren doen met een metaal dat je maar één keer hoeft te importeren. Als je er nu ook nog voor zorgt dat je weinig van die grondstof nodig hebt (of je zoekt naar alternatieven), dan is de bestaanszekerheid van het bedrijf al verbeterd.
Zilver uit films
Om dit te doen is een behoorlijke omslag in denkwijze nodig. Niet alleen bij de bedrijven en consumenten, die er aan moeten wennen dat niets afval en alles grondstof is. 'De natuur produceert geen afval', zegt Jalal Laham van het vleesverwerkend bedrijf Teeuwissen. 'Het is afval omdat wij zéggen dat het afval is.' Teeuwissen produceert voor menselijke consumptie, maar ook hondenvoer en farmaceutische producten. 'Traditioneel is het vlees van een varken de helft van zijn gewicht, maar 90 procent van zijn waarde. Wij hebben die opbrengstverhouding kunnen veranderen in 60 procent voor vlees en 40 procent voor de restproducten, door die rest om te zetten in grondstoffen voor bijvoorbeeld medicijnen.' Het bedrijf werkt ook buiten de vleesindustrie. Een zusterbedrijf heeft de afgelopen jaren 160 duizend kilo zilver uit oude films teruggewonnen, zegt Laham trots.
TNO berekende eerder dit jaar in een studie dat een circulaire economie Nederland bijna 7,5 miljard euro oplevert en 54 duizend banen. Niet te berekenen is hoeveel er verder nog verdiend kan worden door de sterkere kennispositie die Nederland in de wereld krijgt.
Maar is de circulaire economie daarmee dé oplossing die alle andere strategieën overbodig maakt? Niet per se, blijkt uit het verhaal van Ton van Veen, directeur duurzaamheid van Philips. Eén van zijn paradepaardjes is het hergebruik van de kunststof van de Senseo-koffiezetapparaten. 'Dat kun je drie keer doen', noemt Van Veen een beperking. 'Daarna is het materiaal zo gedegenereerd dat we het niet meer kunnen gebruiken. Maar goed, dan zijn we twintig jaar verder en zal er wel een oplossing voor zijn om dat weer op te werken.'
Drie poten
Voor bedrijven gaat het om willen en kunnen, maar ook om bedrijfszekerheid. Voor veel producenten is er geen alternatief voor hun grondstof of is een alternatief zo duur dat ze zich de markt uit prijzen. Zo is het volgens Ton van Veen heel moeilijk om aan hoogwaardig gerecycled plastic te komen. 'De plasticinzameling is een chaos, alles ligt doorelkaar.' Het winnen van grondstof uit afval is gecompliceerd en duur. In het geval van de Senseo is de gerecyclede grondstof ongeveer net zo duur als 'maagdelijk' kunststof. Bij een strijkijzer uit de fabriek in Singapore, gemaakt van onder andere hergebruikte PET-flesjes, valt de vergelijking ongunstig uit voor het gerecyclede materiaal. Dat het bedrijf dat toch gebruikt, komt omdat Philips dat per se wil. Van Veen: 'En ik geloof dat we in de toekomst toch moeten, dus beginnen we er nu alvast mee.'
Toch is het onverstandig om onszelf rijk te rekenen met de circulaire economie. Uiteindelijk hangt veel af van de markt. Als cradle-to-cradle al een algemeen toepasbaar verdienmodel zou zijn, was het al massaal overgenomen. 'Uit het rijtje people, planet, profit, moeten alle drie de elementen aanwezig zijn', zegt Jo Cox, directeur van papierbedrijf Smurfit Kappa. De onderneming verwerkt een kwart van het in Nederland ingezamelde oud papier tot nieuwe producten. 'Als één van die poten er niet is, valt de tafel om. Ook ngo's snappen heel goed dat een bedrijf niet moet omvallen. Anders heb je geweldige plannen, maar geen bedrijf om die uit te voeren.'
Geschikt/ongeschikt
Lang niet voor elke sector en voor elke grondstof is het cradle- to-cradle-recept toepasbaar. Er zal dus meer nodig zijn om de economie draaiende te houden dan het hameren op circulaire productieprocessen.
Zo zal de economische diplomatie, ook in Europees verband, erop gericht moeten zijn om de wereldhandel open te houden en de toegang tot grondstoffen te verzekeren. Nederland zou daarnaast goed moeten samenwerken met Duitsland, stelde VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes tijdens de presentatie van de TNO-studie. 'Duitsland is verder met de ontwikkeling van een samenwerkingsverband tussen bedrijven en overheid. Nederland kan zijn grote kennis over ketenbeheer inbrengen.'
Ook is het een wens van het bedrijfsleven dat er een internationaal grondstoffenagentschap komt, zoals er ook een Internationaal Energieagentschap is. Dit publiceert over ontwikkelingen, trends en feiten over de beschikbaarheid van grondstoffen.
Voor ondernemers die bezig zijn hun eigen strategieën te bepalen, zou een langetermijnvisie van de overheid geen overbodige luxe zijn. 'Wij raken er aan gewend dat er om de twee jaar een nieuw kabinet komt met om de twee jaar een andere visie', mopperde Wientjes.
Uit de Monitor materiaalstromen 2013 van van het CBS blijkt dat bijna 4,5 procent van de toegevoegde waarde in Nederland afkomstig is van producten met schaarse metalen. Er wordt dus voor meer dan 26 miljard euro aan verdiend. Dan hebben we het nog niet over de opbrengst van biologische (landbouw)grondstoffen en aardolie.