Frans van Houten (Philips): ‘De business is óók de maatschappij’

02-12-2020

BN’er hoeft hij niet te worden, maar Philips-ceo Frans van Houten gaat wel vaker de bühne op om uit te leggen wat het bedrijfsleven doet. Want dat hebben bedrijven laten liggen. ‘Je kunt niet zeggen: ik ben wereldwijd ceo en besteed geen tijd aan Nederland.’

 

Tijdens de coronacrisis worden overal ter wereld beademingsmachines van Philips besteld. Goeie keus van het bedrijf dus 10 jaar geleden om de focus op zorgapparatuur te leggen. Topman Frans van Houten ziet het ook als een goed voorbeeld om aan te geven wat een bedrijf voor de samenleving kan betekenen. ‘Vooropgesteld: wij zijn óók geraakt door corona. Niet alleen omdat er 80.000 mensen wereldwijd bij ons werken, maar ook omdat sommige onderdelen hun omzet fors zagen dalen. De productie van ventilatoren en patiëntmonitoren is daarentegen in 6 maanden tijd verveelvoudigd. Ik ben trots op die flexibiliteit. We leverden in alle brandhaarden: China, Italië, Spanje en de Verenigde Staten. Dat verhaal kent het grote publiek misschien niet, en het is goed om dat hier te vertellen.’ 

Wie is Frans van Houten?Na een studie economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam begon Frans van Houten (60) in 1986 bij Philips, waar zijn vader bestuurslid was. In 2002 kreeg hij de leiding over de consumentenelektronicadivisie. Twee jaar later werd hij bestuursvoorzitter van Philips Semiconductors, dat in 2006 verzelfstandigde als NXP Semiconductors. In 2008 trad Van Houten terug en werkte hij als adviseur van ING Groep. In 2010 werd hij voorgedragen om Gerard Kleisterlee op te volgen als ceo van Philips. Zijn oudere broer is de chief technology officer van Philips. Van Houten is nauw betrokken bij NL2025, een initiatief uit verschillende lagen van de samenleving dat zich bezighoudt met de toekomst van Nederland.

Zo legt hij zelf het ‘bruggetje’ naar het thema van het interview: de relatie tussen het bedrijfsleven en respectievelijk de politiek en de samenleving. Een relatie die de laatste jaren onder druk staat. Het bedrijfsleven krijgt de nodige kritiek te verwerken: op het salaris aan de top, de belastingmoraal, de score op de duurzaamheidsladder, het personeelsbeleid. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben in reactie hierop het Brugproject opgezet, een serie ‘dialoogsessies’ in het land over de maatschappelijke rol van het bedrijfsleven. Philips was daar nauw bij betrokken.

 

Van Houten over die rol: 'Als bedrijf zijn wij er voor de maatschappij, bestaan we bij de gratie van die maatschappij. We innoveren om de gezondheid en het welzijn van mensen te verbeteren.'

 

Een bedrijf is er niet in de eerste plaats om geld te verdienen?

‘Nee, geld verdienen is het gevolg van iets doen dat nuttig is. Je maakt iets dat innovatief is, uniek, en waar dus vraag naar is. Daar verdien je geld mee op een realistische manier, waarbij je netjes belasting betaalt en de aandeelhouders een goeie return on investment geeft. Dat doen we eigenlijk al 129 jaar. Philips past bijvoorbeeld al 20 jaar ecodesign toe, waarbij we onze producten ontwerpen op een ecologisch verantwoorde manier, met een lager energieverbruik en hergebruik van plastic. We nemen het maatschappelijk belang in acht. Het zou volstrekt dom zijn als je dat zou negeren. Want als je niet meer gewenst bent, verlies je marktaandeel.’

 

Het interview gaat verder na de foto

Frans van Houten 'Als bedrijf zijn wij er voor de maatschappij, bestaan we bij de gratie van die maatschappij'
Frans van Houten 'Als bedrijf zijn wij er voor de maatschappij, bestaan we bij de gratie van die maatschappij'
Foto: Philips

Toch heeft niet iedereen de indruk dat bedrijven het maatschappelijk belang in de gaten houden. Hoe komt dat, denkt u?

'Er zijn kennelijk misverstanden. Of de balans is weg. Dat laatste is niet zo in Nederland, want de return on capital is in balans gebleven met de return on labour. De aandeelhouders zijn er niet meer op vooruit gegaan dan de werknemers.'

 

'Premier Rutte heeft grote bedrijven uitgenodigd om meer uitleg te geven. Daar wil ik gehoor aan geven. Bijvoorbeeld om uitleg te geven over ons belastingbeleid. Vanaf volgend jaar publiceren we wat Philips aan belasting betaalt in alle landen waar het actief is.' Van Houten pakt de cijfers erbij. Het bedrijf maakt wereldwijd 20 miljard euro omzet. In Nederland is dat 500 miljoen. De afgelopen 11 jaar betaalde het concern in totaal 150 miljoen euro winstbelasting in Nederland. Op dit moment niet in verband met de verrekening van verliezen in het verleden. Naar verwachting betaalt Philips volgend jaar 100 miljoen euro winstbelasting. 'Dat is best veel op een omzet van 500 miljoen. Maar misschien denken mensen wel: best weinig op een omzet van 20 miljard. Je moet echter niet vergeten dan dat we in alle andere landen waar we actief zijn óók belasting betalen. Ik denk dat Philips zichzelf heel goed in de spiegel kan aankijken als het gaat om je maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Maar de puzzel van het belastingbeleid is ingewikkeld, daar moet je je in verdiepen.'

 

Meer uitleg geven doet Frans van Houten zeker. Kijk ook maar naar zijn optreden bij het tv-programma Buitenhof. Die uitzending kun je hier terugkijken

 

Op sommige terreinen doet Philips volgens Van Houten juist meer dan je zou kunnen verwachten. Hij noemt de r&d-inspanningen in Nederland. Philips voert 40 procent van het onderzoek hier uit, goed voor 700 miljoen euro. Terwijl er in Nederland 'maar' 11.000 van de 80.000 mensen werken. 'Dat is dus een boven-proportionele investering in de Nederlandse economie. Dat is fijn vanuit Nederlands perspectief, en we zijn en blijven Nederlands. Zo vind ik ook dat grote Nederlandse bedrijven hier duurzaam werkgelegenheid moeten handhaven en niet alleen maar werk naar andere landen moeten overhevelen. Maar stel nou dat de Amerikanen zeggen: jullie halen 35 procent van je omzet in de VS, dan moet je hier ook 35 procent van je productie en het R&D doen. Elk land bekijkt de situatie vanuit de eigen lens, en als bedrijf moeten wij tussen al die belangen zien te balanceren.'

 

‘Ceo’s beseffen dat ze zich niet meer kunnen terugtrekken’

 

'Nu zijn wij nog een groot bedrijf, maar als mkb-bedrijf heb je hulp op dit gebied nodig. Dus als ik een pleidooi mag doen, laten we – bedrijfsleven, politiek, samenleving – dan samenwerken en ons niet tegen elkaar afzetten. We hebben elkaar keihard nodig om onze concurrentiekracht te versterken. Verdeeldheid zaaien en bedrijven in een verdomhoekje zetten is niet de manier om sterker te worden. Ik hoop dat de samenleving zegt: we zijn trots op het bedrijfsleven en gaan elkaar helpen.'

 

Gaat u dat verhaal uitdragen?

'Nou, ik mag hopen dat zoveel mogelijk ceo’s zich aangesproken voelen. We moeten een dialoog op alle niveaus aangaan, niet alleen op nationale tv of in dit blad. Iedereen zal zijn eigen invulling moeten geven. In Eindhoven zijn wij als Philips bijvoorbeeld een grote partij. We overleggen veel met andere bedrijven, de TUe en de gemeente. Hoe zorg je dat het regionale 'ecosysteem' goed functioneert? Bij ons gaat dat uitstekend, met Brainport als een schoolvoorbeeld. Iedereen voelt zich daar verantwoordelijk voor. Als de internationale school geld nodig heeft, dan komt dat er. Een afslag op de snelweg? Doet het bedrijfsleven. Waarom kan zo’n publiekprivaat netwerk niet overal in Nederland? Waarbij we elkaar uitdagen en helpen, en met elkaar resultaten halen.'

De Philips-topman zegt in Op1 dat Nederland op tijd de innovatie-koers moet verleggen:

 

Als andere ceo’s denken: laat Frans dat maar doen. Wat zegt u dan?

'Dat denken ze dan verkeerd. Kijk, je hoeft niet op tv, doe het dan lokaal. Ik hoef zelf ook geen BN’er te worden, maar vind dat ik het moet doen. Mijn indruk is dat ceo’s beseffen dat ze zich niet meer kunnen terugtrekken. Het is kortzichtig om als ceo bij problemen te zeggen: ik concentreer me op de business. Want de business is óók de maatschappij. Je moet niet wachten tot het misgaat. En ook niet bang zijn om anderen om hulp te vragen.'

 

Hij ervaart dat zelf bij NL2025, de beweging die zich inzet voor een betere toekomst voor Nederland en waaraan Van Houten als 'aanjager' is verbonden. 'Ik coach onder meer mkb’ers. Zo heb ik een bedrijf in contact gebracht met onze directie in Afrika, waarna binnen 3 maanden een exportproject is opgetuigd.'

 

Het interview gaat verder na de foto

'Verdeeldheid zaaien en bedrijven in een verdomhoekje zetten is niet de manier om sterker te worden', stelt Frans van Houten. 'Ik hoop dat de samenleving zegt: we zijn trots op het bedrijfsleven'
'Verdeeldheid zaaien en bedrijven in een verdomhoekje zetten is niet de manier om sterker te worden', stelt Frans van Houten. 'Ik hoop dat de samenleving zegt: we zijn trots op het bedrijfsleven'
Foto: Philips

De verbinding zoeken met anderen kreeg hij al vroeg ingeprent door zijn opa, die dominee was. Hij schreef een brief aan zijn kleinzoon bij diens geboorte. Daarin stond dat de wereld vol gevaren is en dat de beste manier om daarmee om te gaan bestaat uit verbinding zoeken, moed en vertrouwen. Aan die levensles probeert Van Houten zich te houden.

 

Vandaar ook uw deelname aan het Brugproject?

'Perceptie is realiteit. De dialoog tussen het bedrijfsleven en de politiek was kennelijk verzwakt, en de dialoog met de maatschappij onvoldoende. Zo krijg je afstand en misverstanden, op basis van incidenten à la Unilever (vertrek uit Nederland, red.) of de dividendbelasting. Die zijn dan aanleiding om het bedrijfsleven in een verkeerd daglicht te stellen. We hebben het als bedrijven aan onszelf te danken dat we ons engagement niet goed hebben ingevuld. Het is te makkelijk om te zeggen: ik ben wereldwijd ceo en besteed geen tijd aan Nederland.'

 

‘Vragen stellen oké, maar ga niet alleen veroordelen’

 

Nederlanders zeggen gelukkig te zijn, maar maken zich zorgen over de toekomst. De zekerheid van vroeger is weg, het moet allemaal flex tegenwoordig. Hoe ziet u dat?

'Een zekere mate van flexibiliteit in je arbeidsbestand is goed. Een bedrijf moet kunnen meebewegen met de economie. Flexibiliteit houdt mensen ook scherp op hun ontwikkelagenda. Bedrijven moeten in zichzelf investeren om relevant te blijven, en dat geldt ook voor de werknemers. Philips doet daar veel aan door meer dan een miljoen arbeidsuren per jaar aan training te besteden.'

 

'Flexwerkers mogen ook niet minder af zijn dan vast personeel. Bij Philips betalen we evenveel aan flexwerkers als aan ander personeel. Ik vind dat elke werknemer, waar ook ter wereld, in zijn eigen onderhoud moet kunnen voorzien – het living wage principe zoals dat staat in de SDG’s, de Sustainable Development Goals van de VN. Dat principe zouden andere bedrijven ook moeten volgen. Als je het beste uit je mensen wilt halen, moet je ook zorgen dat je ze fatsoenlijk betaalt.'

 

Toch zal er een groep mensen zijn die zegt dat u makkelijk praten heeft met uw salaris. Hoe overtuigt u die groep?

'Zeker niet op dat argument. Ik kan niet zoveel met het inzoomen op de ongelijke betaling voor verschillende rollen. Mensen worden betaald op basis van de functie en de vraag op de arbeidsmarkt. Als iemand mijn salaris wil verdienen, moet hij ook ergens ceo worden. De vraag is: wat doe je ervoor? Ik ben bereid om daar met iedereen over te praten, maar mensen moeten wél een open dialoog willen aangaan. Niet iedereen die iets zegt heeft namelijk gelijk. Mij bevragen is oké, maar als het alleen veroordelen is, dan ga ik op een gegeven moment verder.'

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief