Forum-onderzoek: nationale politie heeft ondernemers niets opgeleverd

23-06-2016

‘Je bent toch verzekerd.’ Je zult het maar te horen krijgen als je als ondernemer slachtoffer bent geworden van criminaliteit. Wat Forum ontdekte tijdens het onderzoek onder ondernemers naar het functioneren van de politie.

 

‘Ik ken de daders en weet waar de buit ligt, maar de politie doet er niets mee!’ Vraag ondernemers naar hun ervaringen met politie en justitie, dan kun je rekenen op behoorlijk wat frustraties. Wel aangifte doen mét bewijsmateriaal, niks terug horen. Wel een zaak, maar vrijspraak voor de verdachten. ‘Als wíj als bedrijf zo zouden handelen, zijn we snel failliet’.
Drie jaar geleden was dat niet veel anders. Ook toen deed Forum onderzoek naar de ervaringen van ondernemers met het optreden van politie en justitie. De kritiek loog er niet om: er wordt te weinig aandacht besteed aan criminaliteit tegen het bedrijfsleven. Buit achterhalen, ho maar. Surveilleren, gebeurt niet. Maar met de komst van de Nationale Politie zou dat allemaal verbeteren, was de verwachting in 2013. Meer deskundigheid, betere samenwerking tussen regionale korpsen en korpsen over de grens: ondernemers waren drie jaar geleden nog hoopvol gestemd. Tijd om de balans op te maken. Zijn ondernemer nu wel te spreken over politie en justitie?

 

Politie versus wijkagent
Eerst het slechte nieuws: maar liefst 39 procent van de ondernemers is ronduit ontevreden over de aandacht die de politie besteedt aan criminaliteit tegen het bedrijfsleven. Dat is meer dan drie jaar geleden: toen stond 37 procent niet bepaald te juichen. De politie doet te weinig om de daders te vinden, vindt twee derde. Nog eens 22 procent heeft geen idee wat er is gedaan met de aangifte, want er is geen terugkoppeling of feedback geweest. Een verwijzing naar slachtofferhulp is soms de enige reactie. Of: ‘Je bent toch verzekerd.’ Vervolgens wordt de aangifte per omgaande gearchiveerd, zegt een ondernemer die slachtoffer werd van een inbraak in zijn bedrijfspand. ‘De kans dat de daders gepakt worden is erg klein.’ Ook al zijn er soms duidelijke camerabeelden aanwezig. Zelfs kant-en-klare zaken waarvoor een daderindicatie, bewijzen als een bandopname, vingerafdrukken en getuigen zijn ‘aangeleverd’, worden soms pas opgepakt na tussenkomst van de rechter. Of als er druk wordt uitgeoefend door een commercieel onderzoeksbureau dat werd ingeschakeld. Bedrijven, zo zegt een van de ondernemers die meedeed aan het onderzoek, zijn volslagen oninteressant voor de politie.
Een ondernemer die wat wil weten over de status van een onderzoek moet daar zelf achteraan, blijkt uit de reacties. Maar liefst 72 procent zegt ontevreden te zijn over hoe ze op de hoogte worden gehouden. Dat gebrek aan communicatie wordt niet alleen de politie, maar ook justitie verweten. En het terugvinden van gestolen spullen? Daar wordt ook veel te weinig aan gedaan.
Dan het goede nieuws: over het functioneren van de politie in de eigen buurt is iets meer dan de helft van de ondernemers wél tevreden. Net als over het surveilleren op straat. Al zou het politiebureau best vaker open mogen zijn. Soms hebben bedrijven hun beveiliging zelf geregeld, vaak ook in samenwerking met de politie. Bijvoorbeeld via het Keurmerk Veilig Ondernemen. ‘Onze beveiligingsdienst heeft nauw contact met de politie. Die samenwerking loopt goed.’ Een ander merkt droog op: ‘We zitten met ons bedrijf tussen twee politiegebouwen. Dus we zien genoeg blauw op straat.

 

 

Cybercrime eist meer slachtoffers
Voor de politie zou het bedrijfsleven interessant genoeg moeten zijn. Want vaker dan burgers worden ondernemers het slachtoffer van criminaliteit. Dat is zeker het geval op het gebied van cybercrime, een criminele tak van sport in opkomst. Drie jaar geleden zei 3 procent van de ondernemers daarvan slachtoffer te zijn geworden. Dit jaar is dat percentage gestegen tot maar liefst 33 procent. Maar of de politie ook in staat is om cybercrime adequaat te bestrijden? Ondernemers hebben er weinig vertrouwen in, zeggen ze.
Ook van ‘gewone’ criminaliteit hebben ondernemers nog onverminderd last: één op de drie werd slachtoffer van criminaliteit door buitenstaanders, een op de tien van criminaliteit door eigen medewerkers. Het gaat dan vooral om diefstal, inbraak en vernieling. Maar ook bedreiging en fraude doen zich voor. Een enkeling wordt zelfs slachtoffer van afpersing of een gewapende overval.

 

Te weinig kennis bij politie
De overgrote meerderheid (84 procent) van slachtoffers van ‘gewone criminaliteit’ doet aangifte of maakt een melding bij de politie. Echt tevreden zijn ze daar niet over. ‘Ik moest lang wachten ondanks de gemaakte afspraak, terwijl het politiebureau vol zat met koffiedrinkende agenten in uniform.’ Je voelt je vooral een zeurpiet, meent de baas van een Noord-Brabants bouwbedrijf. ‘De politie heeft een afhoudende instelling.’

Maar wie slachtoffer wordt van digitale criminaliteit, zo leert het onderzoek, gaat niet eens meer naar de politie (82 procent). Veel meer dan bij ‘gewone’ criminaliteit wordt aangifte doen als ‘bij voorbaat zinloos’ gezien, en het kost ook nog eens veel tijd. Het probleem wordt eerder gemeld bij een extern ict-bedrijf dat de beveiliging regelt. Want politie en justitie, zo denkt de helft van de ondernemers, hebben niet genoeg kennis in huis. ‘Ik heb het idee dat de cybercrimineel altijd net even voorloopt’, zegt een ondernemer. ‘De georganiseerde misdaad heeft veel ruimere budgetten.’ ‘Er zou veel meer internationaal samengewerkt moet worden, aangezien een groot deel van de aanvallen van buiten Nederland of zelfs Europa komt.’ Cybercrime wordt ook niet altijd gezien als échte criminaliteit door de politie, denkt een ondernemer.  De politie zou werken met verouderde systemen en een verouderd personeelsbestand, ‘dat geen animo heeft om een ict-opleiding te volgen’. Maar, klinkt een enkeling relativerend, de overheid moet dan ook concurreren met het bedrijfsleven op de arbeidsmarkt voor whizzkids.

 

 

 

Preventie kan beter
Voor ‘gewone’ criminaliteit heeft de politie inmiddels hele programma’s opgetuigd, zoals het Keurmerk Veilig Ondernemen. Daar zijn ondernemers best tevreden over. Maar op het gebied van cybercrime bestaat zoiets niet echt. Bijna de helft van de ondernemers vindt het buitengewoon jammer dat de overheid te weinig doet om cybercrime bij bedrijven te voorkomen. Dat zou veel beter kunnen, zeker nu steeds meer van hen er slachtoffer van worden. Meer voorlichting gericht op ondernemers zou welkom zijn. Al geeft zo’n beetje de helft van de ondernemers toe dat ze zelf ook wel steken laten vallen op het gebied van digitale beveiliging. ‘Het is ook niet dagelijks onderwerp van gesprek. Menig ondernemer onderschat de mogelijkheden van cybercriminelen. Ik denk dat veel ondernemers het niet eens merken als ze bijvoorbeeld valse aanvragen van banken krijgen.’ Zo gek is dat ook niet: computercriminaliteit is soms moeilijker vast te stellen. Vooral phishing, Ddos-aanvallen en ransomware komen voor. En dan blijkt ook: size does matter in dit geval. Vooral kleinere bedrijven hebben niet voldoende speciale kennis in huis, merken ondernemers zelf op.
Maar áls ondernemers eenmaal last hebben gehad van cybercrime, hebben ze hun lesje goed geleerd: 86 procent neemt meteen maatregelen. Bijvoorbeeld door de beveiliging op te schroeven of door een extern bedrijf in te huren. Het personeel wordt nog eens duidelijk geïnstrueerd, er komen snellere back-ups, waardoor er minder gegevens verloren gaan bij een volgende aanval.

 

Nationale politie nog geen succes
Het was de bedoeling dat met de vorming van één nationale politie veel van de problemen verholpen zouden worden. Er zou meer tijd zijn voor straat- en recherchewerk, minder bureaucratie, aangifte doen zou gemakkelijker worden. Ondernemers hadden er hoge verwachtingen van, zo spraken ze drie jaar geleden uit. Maar die zijn niet uitgekomen: de helft van de ondernemers is ontevreden over de opbrengst van de omvorming tot één nationaal korps. De andere helft zegt niet te kunnen vaststellen of de operatie heeft geleid tot minder bureaucratie en meer slagkracht. In elk geval scoort de politie minder dan drie jaar geleden op veel onderdelen van het onderzoek (zie grafiek de minpunten en de pluspunten). Zo blijven er nog genoeg verbeterpunten over in de omgang van de politie met het bedrijfsleven. En hoewel er al langer over geklaagd wordt, krijgen ondernemers niet het idee dat er veel mee gebeurt. Dat gaat ten koste van hun bereidheid om aangifte te doen of mee te werken als de politie het bedrijfsleven wél een keer nodig heeft. Werk aan de winkel dus voor de nieuwe korpschef Erik Akerboom.

 

 

 

Over het onderzoekForum stuurde de leden van de vijf regionale ondernemersverenigingen van VNO-NCW een e-mail met een uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek. In totaal namen 150 ondernemers de moeite om de uitgebreide vragenlijst in te vullen.
Van de deelnemende bedrijven is 48 procent actief in dienstverlening, 21 procent in industrie, 7 procent in handel, 7 procent in bouw en installatie en nog eens 5 procent in vervoer en transport. Ze zijn afkomstig uit heel Nederland, met als zwaartepunt Zuid-Holland (25 procent) en Noord-Brabant (16 procent). De bedrijfsgrootte varieert van minder dan tien medewerkers (32 procent), tussen de tien en de vijftig(33 procent), tussen de vijftig en 250 (21 procent) en groter dan 250 (13 procent).
In het onderzoek is ondernemers gevraagd naar hun eigen ervaringen met criminaliteit en het optreden van politie en justitie. De vragen over de ervaringen met de politie en justitie bij bijvoorbeeld het doen van aangifte of het achterhalen van de daders zijn alleen gesteld aan ondernemers die aangaven zelf slachtoffer te zijn geworden van externe criminaliteit. Het Forum­onderzoek vond plaats tussen 31 mei en 10 juni.

Dit artikel komt uit de print Forum