Don Ceder (CU): ‘De overheid kan het knap ingewikkeld maken’

04-01-2023

Als advocaat kwam Don Ceder veel beleid voor burgers en bedrijven tegen dat zijn doel voorbijschoot. Als ChristenUnie-Kamerlid wil hij daar verandering in brengen. ‘De overheid moet ondernemers meer helpen om tot bloei te komen.’
Met speciale belangstelling heeft ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder de slavernijtoespraak van Mark Rutte gevolgd, als zoon van een Surinaamse vader en een Ghanese moeder. Onder de indruk was hij, ‘meer dan verwacht. Ik voel me niet direct slachtoffer, maar het maakt wel deel uit van mijn geschiedenis. De excuses zijn een goed begin van een gesprek richting verzoening, met erkenning van de rol van de staat bij de slavernij. Plantage-eigenaren werden bijvoorbeeld gecompenseerd bij de afschaffing van de slavernij in 1863, terwijl de voormalige slaven nog tien jaar op de plantage moesten werken.’

Wie is Don Ceder?Na een studie rechten begon Don Ceder (33) in 2014 Anti Incasso met zijn neef: een bureau dat mensen hielp die problemen hadden met incassobureaus. Een jaar later startte hij zijn eigen advocatenpraktijk, gespecialiseerd in schuldenproblematiek. Vanaf 2018 was hij raadslid voor de ChristenUnie in Amsterdam. Na een eerdere poging in 2017 kwam hij in 2021 in de Tweede Kamer.Er is een link met discriminatie, dat in zijn portefeuille zit. ‘Werkgevers zijn ook aan zet. Zij behoren voor een veilige en inclusieve werkplek te zorgen. Waar mensen met verschillende achtergronden zich welkom voelen. Vaak gaat het om onbewuste processen, opmerkingen die niet bedoeld zijn om te kwetsen. Mensen hebben de neiging om te kiezen wat vertrouwd voelt: wat de boer niet kent… Ik vind het belangrijk om de diversiteit juist te vieren in plaats van verschillen plat te slaan.’

 

‘Diversiteit mag geen moetje zijn’

 

Heeft u zelf ervaring met discriminatie op de werkplek?

‘Ik ben als advocaat wel wat vooroordelen tegengekomen. Als ik met een oudere witte man als cliënt verscheen, werd ik wel eens als de cliënt gezien. Of als tolk. Dat was niet bewust om mij pijn te doen, maar het gaat juist om dat onbewuste.’ Minister Dijkgraaf van Onderwijs heeft onlangs voorgesteld om – in het kader van de aanpak van stagediscriminatie – werkgevers niet te laten kiezen uit stagiairs. ‘Teleurstellend dat het zo moet. Het is symptoombestrijding, terwijl de cultuur op de werkvloer centraal moet staan. Het mag geen moetje zijn.’

In ‘zijn’ Bijlmermeer, waar mensen uit alle windstreken er vaak voor kiezen om er zelf iets van te maken. Zoals Stella Chido (linksachter) met haar tropische supermarkt.
In ‘zijn’ Bijlmermeer, waar mensen uit alle windstreken er vaak voor kiezen om er zelf iets van te maken. Zoals Stella Chido (linksachter) met haar tropische supermarkt.
Foto: Wiebe Kiestra

Hoe kijkt u tegen het bedrijfsleven aan?

‘Dat vormt een belangrijke pijler van de samenleving, en kan deze met innovatie en creativiteit vooruithelpen. De overheid kan niet alles doen. Dat zie je nu met de inflatie. Het pakket dat de overheid biedt is niet genoeg, dus vraag ik werkgevers dat aan te vullen met bijvoorbeeld een salarisverhoging of een eenmalige tegemoetkoming. Bedrijven kunnen voor winstmaximalisatie gaan, maar ik heb liever dat ze voor duurzame bloei gaan, met aandacht voor de werknemers, de buurt en de regio. Het is bijna een roeping om tot zegen van de omgeving te zijn, om het christelijk te omschrijven.’

Met ondernemerschap kwam hij voor het eerst in aanraking via zijn familie. Zijn moeder handelde naast haar baan als schoonmaker ook in stoffen. Er is veel sprake van dit soort klein ondernemerschap in de Bijlmermeer, waar hij nog steeds woont. ‘De mensen daar, veelal afkomstig uit andere landen, kiezen er vaak voor om er zelf iets van te maken en in hun eigen onderhoud te voorzien.’ Hij leerde dat ondernemen met vallen en opstaan gaat, en het niet vanzelf komt. ‘Het is niet een baan van 9 tot 5. Als je iets wilt, dan stroop je de mouwen op.’
Zelf werd hij ook een ‘kleine ondernemer’ door een advocatenkantoor te beginnen, gespecialiseerd in het bijstaan van mensen met schulden, arbeidsconflicten en problemen met de overheid. ‘Die kan het knap ingewikkeld maken met de regelgeving. Dat heb ik zelf gemerkt. Als je te laat bent met de kwartaalaangifte, word je meteen afgestraft. Terwijl je als starter alles voor het eerst doet. Ik zou willen dat de overheid juist helpt om je in het zadel te krijgen en tot bloei te komen.’

 

‘Beleid schiet vaak doel voorbij’

 

Wat wilt u als Kamerlid voor ondernemers regelen?

‘Ook met het oog op het personeelstekort zou ik willen dat de overheid bedrijven meer ondersteunt bij het aannemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Werkgevers willen wel, maar hikken aan tegen alle kosten die daarbij komen kijken.’
Zijn keuze voor de politiek had te maken met alle beleid ‘dat zijn doel voorbijschiet’ dat hij in zijn advocatenpraktijk langs zag komen. ‘Daardoor kreeg ik het verlangen om aan de beleidstafel te zitten om het verschil te kunnen maken. Als coalitiepartij kun je bijsturen.’ Hij denkt bijvoorbeeld aan de energiecompensatie voor bedrijven, die in eerste instantie te ‘streng’ was opgesteld. ‘Op zo’n moment komt de controlerende taak van de Tweede Kamer goed tot haar recht.’
De Kamer mag wat hem betreft meer een afspiegeling van de samenleving vormen. ‘Iedereen brengt zijn achtergrond, ervaring en expertise mee, dat is alleen maar goed. Want anders ga je denken vanuit een bepaald kader en mis je hoe beleid andere groepen kan raken.’ Zelf brengt hij juridische expertise en culturele diversiteit mee in de Kamer, en laat hij zien dat ook iemand die stottert in de politiek terecht kan komen. ‘Ja, voor een politicus – én voor een advocaat – lijkt dat niet handig. Maar als je iets kan doen wat je belangrijk vindt, dan hoeft dat stotteren geen sta-in-de-weg te zijn. Het getuigt ook wel van een ondernemende mentaliteit.’

Geeft zichzelf een: 6,5

‘Laat ik het bescheiden houden als beginnend Kamerlid. En zo’n cijfer biedt ruimte voor de ambitie om bedrijven verder te ontzorgen.’ 

Werkgever of werknemer?‘Vanuit mijn sociale inborst kies ik voor de werknemer. Werkgevers kunnen er alleen zijn als er werknemers zijn.’

Slavernij: excuses of compensatie?‘Excuses. Die zijn het begin van een gesprek dat tot verzoening kan leiden. Of daar een financiële vergoeding voor nodig is, zullen we zien.’  

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.