Dit gebeurt er als je in Oost-Jeruzalem een winkel opent

27-03-2019

Molotovcocktails, protesten, boycots en agressie. Dát is ondernemen in bezet gebied. Je zou denken dat niemand er nog maar iets durft te beginnen. ‘We zijn tot elkaar veroordeeld.’

 

Het is precies zoals Rami Levy het graag ziet: mannen met keppeltjes lopen op deze grauwe middag in zijn winkelcentrum naast vrouwen met hoofddoekjes, Israëlische beveiligers overleggen druk gebarend met Palestijnse ondernemers. Maar dat is binnen. Buiten zijn de spanningen direct voelbaar. Het bijna 50 miljoen euro kostende shoppingparadijs is gevestigd pal naast de omstreden muur die Israël heeft gebouwd aan de grens met de Westelijke Jordaanoever. Iets verderop, bij een berucht checkpoint, vinden wekelijks gewelddadige protesten plaats.

 

Veel Palestijnen laten de buurtwinkels iets verderop al links liggen

 

Boycot en protesten

Maar ook de plek van het grote winkelcentrum zelf, in Oost-Jeruzalem, is bezet gebied. Daarom roepen Palestijnse politici en activisten op tot een boycot. In de eerste 24 uur na de opening werden al vier molotovcocktails naar het pand gegooid.

Levy is wel wat gewend; hij heeft ook zaken op de Westelijke Jordaanoever. Bij een daarvan stak drie jaar geleden een Palestijnse terrorist een Israëli dood. Lang niet iedereen is gediend van vreedzame co-existentie. Toch schrikt het de ondernemers en klanten nauwelijks af. Het is triest, maar tegelijkertijd onderdeel van het dagelijkse leven in dit deel van de wereld.

 

Bezetting

Daarom is het ook redelijk druk in het nieuwe winkelcentrum. ‘En het wordt met de dag beter’, zegt Fahmi Jbou, die er een modezaak runt. Zijn optimisme verbloemt de druk die hij dagelijks ervaart. ‘Wij zouden er de bezetting mee in stand houden’, zegt de Palestijn. ‘Maar ik probeer gewoon geld te verdienen om mijn gezin te onderhouden. En ik denk dat dit de beste manier is.’

Hij kan wel eens gelijk hebben. Veel Palestijnen laten de buurtwinkels iets verderop al links liggen. Tot grote woede van de regering in Ramallah. President Mahmoud Abbas zorgde er onlangs eigenhandig voor dat de eigenaar van het winkelcentrum uit een Israëlische handelsdelegatie werd geknikkerd, terwijl de staatstelevisie winkelen in het centrum gelijkstelt met verraad.

 

'PALESTIJNEN EN JODEN ZIJN IN HET DAGELIJKS LEVEN TOT ELKAAR VEROORDEELD'

 

Palestijnse activisten verspreiden folders in Oost-Jeruzalem waarin ze hem ervan beschuldigen een economische oorlog te zijn begonnen. En het zijn niet alleen de Palestijnen die protesteren. Er is ook weerstand uit het linkse deel van Israël. De ondernemers zouden bijdragen aan de voortzetting van de bezetting.

 

Onruststokers

Salam Awadallah haalt er zijn schouders over op. ‘Natuurlijk is politiek belangrijk’, zegt de uitbater van een restaurant. ‘Maar Palestijnen en Joden zijn in het dagelijks leven tot elkaar veroordeeld. En ze willen allebei gewoon winkelen. Ook die onruststokers komen straks hier hun boodschappen doen.’

 

Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.