Bilal Çaki (Bilal Group): ‘Ik ga mijn leven niet verspillen’

16-04-2018

‘Kleintje, wat praat jij nou?’ Als twintigjarige werd Bilal Çaki niet serieus genomen in het bedrijf van zijn vader, de Bilal Group. Nu leidt hij het. Eind vorig jaar werd hij uitgeroepen tot The Other Businessman. En dat terwijl ‘mijn leraar zei: waarom zit je op school? Turken worden toch taxichauffeur.’

 

Zijn telefoon staat vol met honderden foto’s van supermarkten, van diepvriesproducten, van verpakkingen. Bilal Çaki kan het niet laten. Hij verheugt zich nu al op volgende week. Dan vertrekt hij voor de aankoop van een nieuwe machine naar de VS en kan hij weer uren ronddwalen in Walmart. ‘Mijn collega’s weten het allemaal, zodra we ergens in een land aankomen, gaan we eerst naar de supermarkt.’

Bilal Çaki, trui en spijkerbroek, praat snel, open en  enthousiast. Weinig verraadt dat hij de directeur is van een snelgroeiend miljoenenbedrijf. Geen dure auto of maatpak voor hem. ‘Ik koop mijn kleren nog steeds bij C&A, om auto’s geef ik helemaal niet en ik heb een hekel aan stropdassen.’ Tot wanhoop van zijn moeder. Zij vindt het tijd worden dat hij zich anders gaat kleden. Het zijn bijzaken voor Bilal Çaki. Het bedrijf daar draait het om. Werk is voor hem geen werk, vertelt hij. Het is veel meer dan dat. Dag en nacht is hij er mee bezig. ‘Ik kan niet anders. Het is ontzettend mooi om nieuwe producten te bedenken, om ons bedrijf te zien groeien.’ En groeien doet de Bilal Group zeker. Het bedrijf levert aan de grote supermarkten in Nederland, de halal-kipproducten uit Amsterdam gaan de hele wereld over en de omzet steeg de afgelopen jaren naar 15 miljoen euro. En de 28-jarige Bilal Çaki is nog maar net begonnen.

Wie is Bilal Çaki? Bilal Çaki werd geboren op 9 juli 1989 in Amsterdam. Zijn middelbareschooltijd bracht hij door op het Berlage Lyceum. Tot hij op zijn 17de met school stopte. Daarna volgde hij nog een verkorte opleiding Management, Economie en Recht in Amsterdam. In 2008 ging hij het bedrijf van zijn vader in, Bilal Chicken. Eerst werkte hij er in de sales. In 2013 werd hij ceo van de Bilal Group. Eind vorig jaar werd Çaki winnaar van The Other Businessman. Bilal Çaki is getrouwd en heeft een dochter van 3 jaar.

Het begon met een slagerij aan het Mercatorplein

Bilal Çaki werd geboren in Amsterdam, waar zijn vader een slagerij had aan het Mercatorplein. In het weekend mocht hij samen met zijn broer Salih mee met hem naar de slachterijen en de fabrieken. Ze keken hun ogen uit.

Op school vond hij het veel minder interessant. Leren ging hem gemakkelijk af en eigenlijk verveelde hij zich. ‘Ik was zeker geen lieverdje.’ Op het vmbo, waar hij na de basisschool naartoe ging, ontdekte hij al snel dat dat niet het juiste adres voor hem was. ‘Ik haalde zulke hoge cijfers dat ik toch naar de havo werd gestuurd.’

Hij hield er het er drie jaar vol en vertrok vervolgens naar de verkorte opleiding Management, Economie en Recht. ‘Inmiddels zat ik al zo in het bedrijf van mijn vader dat ik in de klas gebeld werd door leveranciers. Moest ik de klas uitlopen om zaken te regelen. We draaiden toen al 8 miljoen omzet.’

 

De leraar economie van Bilal Çaki

En toen was daar die leraar economie. ‘Ik kwam te laat de klas in en hij vroeg me chagrijnig waarom ik eigenlijk nog naar de les kwam. Turken worden toch alleen taxichauffeur of slager.’ Die woorden kwamen aan. De 17-jarige Bilal Çaki – trots en op zijn teentjes getrapt – besloot met school te stoppen. ‘Mijn vader wàs slager. Natuurlijk kwam het niet alleen door die leraar dat ik met school stopte, maar het gaf me net dat zetje.’ 

Thuis werd zijn besluit met weinig enthou­siasme ontvangen. Vooral zijn moeder was woedend. Zij hamerde juist op opleiding en diploma’s. ‘Ze is er nog steeds boos over. Ze zei pas nog dat ik moet zorgen dat mijn dochter wel haar school afmaakt. Anders krijg ik met haar te maken.’

 

'woedend was Mijn moeder toen ik met school stopte'

 

Een vooruitziende blik

Zijn ouders komen vaak ter sprake. Hij draagt ze op handen. De bewondering voor zijn vader Mevlut Çaki – als gastarbeider in de bloembollen begonnen – klinkt overal in door. ‘Hij heeft ook nog achter de lopende band in een frietfabriek gestaan, maar het lukte hem nooit om de juiste hoeveelheid zout op de frieten te strooien. Toen hij voldoende had gespaard, begon hij met zijn halal-slagerij in Amsterdam.’ Een gat in de markt.

Vader Mevlut volgde op zijn beurt ook de voetsporen van zijn vader, die in Turkije in een dorpje bij de stad Kayseri een eethuisje had. De slagerij in Amsterdam werd een supermarkt en in 2004 besloot vader Mevlut zich volledig te richten op de verdere verwerking van kip. Hij stootte de slagerij en supermarkt af en investeerde de Bilal Group in een pand op het industrieterrein Sloterdijk. ‘Hij had een vooruitziende blik. Kansen pakken, dat heb ik echt van hem geleerd. Ondernemen is durven en doen. Als je er te veel over nadenkt, komt er nooit wat van.’

 

Het interview gaat na de foto verder

Amsterdam is zijn stad, zegt Bilal Çaki. Zijn thuis. ‘Ik voel me een echte Amsterdammer.’
Amsterdam is zijn stad, zegt Bilal Çaki. Zijn thuis. ‘Ik voel me een echte Amsterdammer.’
Foto: Jeroen Poortvliet

Start in de Bilal Group

Spannend was het wel. ‘Hoe krijgen we deze 1.000 vierkante meter ooit vol?’, dachten zijn vader en broers destijds. Inmiddels is de Bilal Group vorig jaar opnieuw verhuisd, nu naar een pand dat zes keer zo groot is. Lachend: ‘En ook dat was opnieuw spannend. Maar ik heb geleerd: zolang we blijven investeren en innoveren, komt het goed. We moeten zorgen dat we altijd een stap blijven voor lopen op de markt.’

Hoewel Bilal Çaki op een natuurlijke manier in het bedrijf rolde, was het begin niet makkelijk. Met name klanten en leveranciers namen de jongen van nog geen 20 niet serieus. ‘Ze geloofden soms niet dat ik Bilal was, hadden altijd gedacht dat ze een man van 35 aan de lijn hadden. Het was moeilijk om geaccepteerd te worden. Vooral in de Turkse cultuur was het van ‘Kleintje, wat praat jij nou? Jij moet nog meer brood eten.’ Daar kon ik heel slecht tegen.’

Eenmaal aan het werk ontdekte hij pas hoe Nederlands hij is. ‘Daarvoor zag ik dat niet zo helder. Maar ik ben in mijn mentaliteit, in mijn Amsterdamse directheid, echt een Nederlander. Weet je, de stappen die wij zetten, hadden veel Turkse slagers kunnen zetten. Maar je moet risico’s durven te nemen. Ik heb vaak genoeg een handtekening onder een wurgcontract gezet.’

 

‘je gaat toch niet je leven lang zielig in een hoekje zitten?!’

 

The Dutch Dream van Bilal Çaki 

Kritisch: ‘Er zijn Turken in Nederland die met hun hoofd hier leven, maar met hun hart in Turkije. Ze kijken alleen maar Turkse tv, lezen alleen Turkse kranten. Dan hebben ze het over een bedrijf dat naar Ankara verhuist en dan denk ik: Hallo, je woont in Nederland. Het hoofdkantoor van Unilever komt naar Rotterdam.’

Bilal Çaki gelooft heilig in de Dutch Dream. ‘Er zijn zoveel kansen in dit land. Ik kan zo tien voorbeelden geven van bedrijven die vanuit het niets heel groot zijn geworden. Ik ken genoeg jongeren die keihard werken om er wat van te maken en die zich niet bezighouden met al die negativiteit. Maar er zijn ook mensen die maar lopen te klagen, die zich niet geaccepteerd voelen. Wat dan? Ga je de rest van je leven zielig in een hoekje zitten?’

 

Wat maakt het verschil dan?

Het is even stil. ‘Veel zit in de opvoeding. Iemand hebben waarop je kunt terugvallen. Ook als het mis gaat. Ik heb fouten mogen maken. Hoe ouder ik word hoe meer ik dat waardeer. En iedereen komt in zijn leven mensen tegen – een leerkracht, vriend of buurman – die bepalend zijn.’

Hij vertelt over zijn lerares Engels. Toen de jonge Bilal er op de middelbare school met de pet naar gooide, besloot zij hem bijles te geven. ‘Een Surinaamse dame. Ik ben haar nooit vergeten. Ze deed dat in haar vrije tijd, omdat ze in mij geloofde. Dat heeft indruk gemaakt.’ Hij wil het stokje doorgeven. Hoopt met zijn verhaal jongeren te inspireren. Hij is dan ook vereerd met verkiezing tot The Other Businessman 2017 en is actief betrokken bij JCI, de Junior Kamer, denkt na over duurzaamheid, over het klimaat. ‘Het leven is niet alleen maar nemen.’

Een andere wijze les volgde toen hij 20 was. Hij kreeg samen met zijn broer toestemming van zijn vader om een nieuwe snackafdeling op te zetten. ‘We wilden te veel, te snel. Zonder plan. Drie ton hebben we dat jaar verloren. Drie ton!’ Hij schaamt zich er nog steeds voor. ‘Maar mijn vader werd niet kwaad. Bilal, je staat nog maar het aan het begin, was zijn reactie.’

 

Wat zeg je als je winnaar wordt van The Other Businessman? Nou dit dus 

 

Vallen en opstaan

Geen succes zonder falen, weet hij nu. ‘Ik ben enorm gefascineerd door grote merken. Ik drink zelf geen alcohol, maar ik blijf maar lezen over Heineken. Zo’n wereldmerk. Ik wil blijven leren, blijven ontwikkelen. Ik ben nu 28 en heb 45 landen gezien. Ik wil nog veel meer landen zien, culturen begrijpen. Daar word ik wijzer van. Veel ondernemers denken dat ze alles al weten.’ Hij schudt zijn hoofd.

 

Voor iemand die op zijn 17de met school is gestopt, hebt u het vaak over leren. Toch spijt? 

Een glimlach. ‘Ik had het af moeten maken. Mijn coach Philip Larsen zegt altijd: Bilal, jij gaat nog een keer aan Harvard in de VS studeren.’

Larsen is de 82-jarige voorzitter van de ondernemersvereniging Westpoort in Amsterdam en heeft zijn sporen in het internationaal bedrijfsleven verdiend. Çaki spreekt hem vaak. ‘Hij houdt me voortdurend een spiegel voor. Geweldig. Daar leer ik van.’

Het respect klinkt door in zijn stem wanneer hij over Larsen spreekt of over zijn andere rolmodel, Ron Steenkuijl, directeur van ADG dienstengroep. ‘Philip vertelt me elke keer dat je, wanneer je 80 bent, terug gaat kijken naar je leven. Het zijn de uitdagingen die je bent aangegaan, daar ga je dan van genieten. En dan denk je: ‘Ik heb mijn leven niet verspild.’ En mijn leven verspillen, dat ga ik dus niet doen.’