ANKO-voorzitter Maurice Crusio: 'Kabinet heeft ons in de steek gelaten'

Hij vindt het beschamend hoe hard zijn branche is getroffen. ANKO-voorzitter Maurice Crusio hoort zoveel schrijnende verhalen van zijn leden. ‘Ondernemers verkopen hun auto, hun huis, sommigen hebben moeite om de dagelijkse boodschappen te betalen.’ En dat de kappers nu weer open zijn helpt, maar het verlies haal je nooit meer in.

 

‘Cornonatechnisch komt het hartstikke goed met de heropening van de kappersbranche’, aldus Maurice Crusio, voorzitter van kappersbranchevereniging ANKO. ‘Simpel: door te doen wat we al deden. Ons protocol zit strak in elkaar, gezondheidsexperts hebben ernaar gekeken.’ Crusio wijst op een recent Duits onderzoek, waaruit blijkt dat de kans op verspreiding van het coronavirus bij de kapper laag is. ‘Mensen lopen bij theaterbezoek het minste risico op besmetting. Wij staan op de tweede plek. Dat is extreem goed. Het geeft aan hoe veilig wij omgaan met onze klanten.’

‘Weinig risico bij kappersbezoek’Het is niet waarschijnlijk dat kappers bijdragen aan de verspreiding van corona – mits ze allemaal werken met een gezichtsmasker. Volgens Duitse onderzoekers ligt de kans dat een besmettelijke bezoeker andere personen besmet 40 procent lager bij de kapper, dan bij de supermarkt. 

Maar, zegt de ANKO-voorzitter, het geleden verlies tijdens de lockdowns haal je nooit meer in. ‘Je kan niet iemand gauw voor de tweede of derde keer knippen. Er vallen meer kappers weg, het landschap gaat er anders uitzien.’ Want veel van de kapsters die hun baan bij de kapperszaak verliezen, stappen zelf naar de Kamer van Koophandel om zich in te schrijven als ondernemer. ‘Er duiken overal kleine kappers op, die vaak niet sparen voor hun pensioen en ook geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben. Op de lange termijn heeft twee keer een lockdown dus een enorme invloed op ons sociale domein.’

Belangenbehartiger ANKODe branchevereniging voor kappers ANKO (Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie) maakt zich sterk voor een gezonde en moderne kappersbranche. De belangenbehartiger telt 5.500 leden. 

Het kabinet heeft de kappers in de steek heeft gelaten, zó voelt het. ‘Rutte zegt de hele tijd: we doen het samen. Maar daar heb ik weinig van gemerkt. Laatst vroeg iemand: hoe groot is jullie aandeel in het bruto nationaal product dan? Het kabinet denkt ook zo. De kappersbranche levert maar een relatief kleine bijdrage aan het bbp, dus is de negatieve impact op de economie is gering. Daar maak ik me extreem boos over.’

 

Schrijnende verhalen

Want er zijn zoveel schrijnende, persoonlijk verhalen die hij hoort van zijn leden. ‘Veel partners van kappers betalen noodgedwongen een deel van de vaste lasten van de zaak omdat ze geen aanspraak op de TOZO maken. De scheiding tussen privé en werk valt weg. Ondernemers verkopen hun auto, hun huis, sommigen hebben moeite om de dagelijkse boodschappen te betalen. De TVL dekt in het gunstigste geval 85 procent van 23 procent van je vaste lasten, maar dat is veel te weinig. Beschamend dat zo’n kleine branche zo hard wordt getroffen.’

 

Bij ANKO houden ze zich bezig met de vraag: hoe ziet de branche eruit in 2030? ‘Hoe maken we onszelf toekomstbestendig? We zullen meer inzetten op branchedata. Hoe vaak gaan mensen naar de kapper, wat is het besteedbare bedrag en wat zou je als kapper nodig hebben voor een goede bedrijfsvoering? Ik zou zelf willen inzetten op een bedrijfschap 3.0, waarin we met publiek-private middelen iets goeds doen voor de branche. Zo kun je via YouTube, streamingsdiensten en multimedia jongeren bereiken. Nou ja, we kunnen eigenlijk de hele Nederlandse bevolking bestoken met nieuwe trends, en ze op die manier hongerig maken om naar de kapper te gaan. Ondernemers kunnen op een andere manier hun kapperszaak runnen, door bijvoorbeeld tijdelijk of een deel van hun ruimte te verhuren of online haarproducten te verkopen. Want een ding is zeker: er zullen nieuwe kansen zijn. Altijd.’

 

Lees ook het interview met kapper Yvette Noy uit Haarlem. Haar zaak is weer open, maar een derde lockdown zou ze niet overleven.