Niet eisen stellend maar samen investerend de crisis uit

14-05-2020

Overheidssteun? Dan ook vergroenen. Dat is de simpele boodschap van partijen als GroenLinks en de PvdA aan bedrijven die tijdens de coronacrisis een beroep willen doen op meer financiële steun van de overheid. Wil je gebruik maken van publieke middelen uit de samenleving, dan moet je na de crisis ook serieus werk maken van verduurzaming. Klinkt misschien aardig, maar er zitten een paar misvattingen in.

 

Klimaatakkoord oppakken

Uit die boodschap gaat om te beginnen de suggestie dat het bedrijfsleven nu – althans vóór corona – niet aan verduurzaming deed. Terwijl de industrie zich geschaard heeft achter het Klimaatakkoord en haar best doet om daar invulling aan te geven. Misschien nu met corona hoog op de agenda even wat minder, maar als we deze crisis te boven zijn gekomen , wordt de draad weer zo snel mogelijk opgepakt. Daarvoor moeten bedrijven eerst wel zien te overleven. Want als dat niet lukt, kan er niets, ook niet verduurzamen.

 

Financiële nood

Dat brengt me op de tweede misvatting. Door vergroeningsvoorwaarden te stellen aan het verlenen van steun garandeer je niet dat bedrijven zich straks vergroenen, maar maak het bedrijven moeilijk om nu te overleven. De voorwaarden voor steun moeten gericht zijn op de financiële positie van bedrijven, en dus gericht op het behoud van werkgelegenheid. Daar moet je niet allerlei andere zaken bij gaan halen. Natuurlijk moet je er als overheid wel op letten dat de steun echt nodig is en op de goede plaats terecht komt. Dus inderdaad, niet in zakken van aandeelhouders. Maar de nood is nu aan de man. Dan moet je niet allerlei ‘oneigenlijke’ voorwaarden gaan stellen. Want haast is geboden.

 

Gezamenlijke klimaatprojecten

Tegelijkertijd moeten we – bedrijfsleven én overheid – natuurlijk nadenken over de periode hierna. Hoe kunnen we samen opkrabbelen uit het dal en investerend de toekomst tegemoet gaan? In dat verband zouden we onze energie beter kunnen richten op grote gezamenlijke doorbraakprojecten als een nationaal waterstofplan en CO2-opslag in zee; investeringen in de infrastructuur die noodzakelijk is voor energietransitie. Met dat soort projecten kan Nederland internationaal koploper worden, en zo snijdt het mes aan twee kanten: we vergroenen en verdienen er nog geld aan ook.

 

Emile Rodenhuis

Beleidssecretaris energie