Branchevereniging aan het woord: Vereniging Afvalbedrijven

06-02-2023

De Vereniging Afvalbedrijven is partner in de circulaire economie en belangenbehartiger van de totale afvalketen. Directeur Robbert Loos vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?

‘De afvalsector bestaat uit de hele keten: van inzamelen en sorteren tot recyclen, composteren en de stortplaatsen en afvalverbrandingsinstallaties. Ook rioolinspectiebedrijven die onze niet zo zichtbare infrastructuur van riolen onderhouden, maken daar deel van uit. Onze achterban heeft een omzet van ongeveer 3 miljard euro.

Op ons bureau in Den Bosch zijn dertien mensen actief om de vereniging draaiende te houden. We richten ons op belangenbehartiging en kunnen met recht namens de sector spreken. De belangrijke spelers met volume zijn allemaal bij ons lid. Zowel commerciële bedrijven en vestigingen van buitenlandse spelers als bedrijven waarvan gemeenten en waterschappen aandeelhouder zijn.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Bijna vijf jaar. Ik heb ooit in de Tweede Kamer gewerkt als assistent voor de CDA-fractie en later in allerlei functies voor verzekeraars en banken. Toen ik vlak bij Den Bosch ging wonen, ben ik in contact gekomen met deze branchevereniging.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Als afvalsector zien we wat de maatschappij nodig heeft. We willen daarom zover gaan dat we zeggen dat we met elkaar minder afval moeten creëren. Dat klinkt misschien vreemd uit mijn mond, maar het is echt nodig voor een beter klimaat. We moeten dat als maatschappij samen organiseren; anders produceren en consumeren. Om tot een circulaire economie te komen zijn nog grote stappen te maken, getuige ook de rapporten van onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving in de afgelopen weken.

 

De manier waarop een product, een verpakking of een apparaat wordt gemaakt, zegt al veel over hoe het zich gaat gedragen in de afvalfase. Je wilt producten die zo min mogelijk afval genereren en waarvan het overgebleven afval herbruikbaar is. Daarover spreken we met de maak- en de verpakkingsindustrie.

Het afval dat overblijft, willen we op een efficiënte manier ophalen, sorteren en weer klaarzetten om er hoogwaardige grondstoffen van te maken. Daarvoor vragen we producenten wat ze nodig hebben aan grondstoffen, hoeveelheden en kwaliteiten. We zijn drukdoende om dat onder meer met de VNCI, de vereniging voor de chemische industrie, en het verpakkende bedrijfsleven te doen, zodat ze met minder primaire grondstoffen toekunnen. Maar wel efficiënt, dus bijvoorbeeld zonder te veel vervoersbewegingen.

De afvalsector levert elektriciteit, warmte, stoom en groen gas. Daar zit de maatschappij om te springen nu we minder afhankelijk willen worden van fossiele bronnen, met name uit Rusland. De bestaande installaties hebben potentieel om meer energie te kunnen leveren aan andere industrieën of woonwijken. Daarover zijn we ook in gesprek.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Er zijn krachten die zeggen dat afval verbranden niet past in een circulaire economie. Die stemmen willen nu capaciteit sluiten. Maar het afvalaanbod van vandaag is nog niet minder geworden. Wij pleiten ervoor in deze fase de energie wél te benutten die daaruit te winnen is.

 

Afval scheiden in zijn algemeenheid is een belangrijk thema. Thuis zijn we daar langzamerhand wel aan gewend, maar in bijvoorbeeld het mkb, op scholen en in de horeca nog niet. Daarom lanceren we dit voorjaar een campagne om Nederland daar meer bewust van te maken. 

Ten slotte vragen we aandacht voor de juiste inzameling van batterijen. Niet alleen vanwege de waardevolle grondstoffen die erin zitten, maar ook voor de veiligheid van onze mensen en de omgeving. Als lithium-ion-batterijen in andere afvalstromen terechtkomen, kunnen ze brand veroorzaken in de pers van de inzamelvoertuigen of tijdens de afvalverwerking op onze locaties.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘We gaan alleen nog maar nog meer materialen uitsorteren, herwinnen en klaarzetten voor toepassing in nieuwe producten. Er komt ook wetgeving om het gebruik van herwonnen grondstoffen te stimuleren. Nu zijn fossiele grondstoffen goedkoper dan recyclaat en valt de keuze nog te vaak op primaire grondstoffen.’

 

En de toekomst van de branchevereniging?

‘Die ontwikkelt daarin mee. We zullen het brede ondernemersleven moeten uitleggen waarom ze het materiaalgebruik moeten verminderen, en vaker moeten kiezen voor hergebruikte grondstoffen. Verder zal de komende jaren ook in onze sector het gesprek gaan over vragen als: Is er ruimte om onze activiteiten te doen? Is er voldoende personeel?’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘We zijn een industrie en voelen ons dus thuis bij VNO-NCW, en ook bij de ondernemersomgeving met MKB-Nederland erbij voor de algemene thema’s. Maar het gaat ons ook om verbinding, met de gezamenlijke branches oplossingen vinden voor maatschappelijke issues. Daar willen we deel van zijn en een bijdrage aan leveren.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Ik ben altijd nieuwsgierig naar wat andere sectoren bezighoudt. Daarom zou ik weleens willen ruilen met een vertegenwoordiger van een branche in de zorg. Het verschil maken voor mensen in een kwetsbare fase in hun leven lijkt me boeiend.’