Branchevereniging aan het woord: ORAM

22-02-2023

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week directeur Kees Noorman van ORAM, de branchevereniging voor de Haven en Industrie in de Metropoolregio Amsterdam.

 

Vertel eens over uw branche en brancheorganisatie.

‘Onze branche maakt zich sterk voor de Metropool Amsterdam en richt zich met name op het havengebied en de daaromheen liggende industrie. Wij behartigen de belangen van ruim 600 bedrijven met een grote diversiteit in de Amsterdamse regio. Onder onze leden zijn energieopslagterminals, productiebedrijven maar ook Tata Steel. In totaal werken circa 40.000 werknemers in het havengebied. De haven van Amsterdam is de vierde haven van Europa, de grootste benzinehaven van de wereld en een grote cacaohaven.’

 

Hoe lang bent u directeur en wat heeft u hiervoor gedaan?

‘Inmiddels ben ik tien jaar directeur van de ORAM. Ik heb een achtergrond in de bancaire sector en heb daarin veel gewerkt in vastgoedontwikkeling en duurzaamheid. Dat laatste komt ook zeker terug in mijn huidige functie. De energietransitie is een groot thema voor ons.’

 

Wat zijn actuele kwesties voor jullie?

‘Als eerste is dat de beschikbaarheid van zowel fysieke ruimte als milieuruimte in het gebied. We hebben te maken met stikstofnormen die mogelijke uitbreiding in het gebied beperken. En we hebben te maken met de energietransitie. Daar liggen volgens ons veel kansen, maar tegelijkertijd is er sprake van energiecongestie op het elektriciteitsnet. Tot 2027 zijn er geen nieuwe aansluitingen meer mogelijk op het netwerk. Bedrijven willen wel elektrificeren, maar dan moet er ook ruimte voor zijn. Als laatste zorgt klimaatverandering en droogte ervoor dat de Rijn weinig water aanvoert en het water in het Noordzeekanaal daardoor te veel verzilt.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Belangrijk is het behoud van bedrijventerreinen en de beschikbaarheid van milieuruimte, net zoals het behoud en de versterking van de zeehavenfunctie. Op het moment dat er niet genoeg ruimte is, komt die zeehaven onder druk te staan.
Verder willen we nu kansen pakken als het gaat om de energietransitie. Daarmee hangt ook het behoud van het vestigingsklimaat samen. Als je vraagt aan mensen om te investeren in de transitie, dan moet dat ook lonen. En de bereikbaarheid van de haven voor het achterland moet goed blijven. Door klimaatverandering is er vaker een lage waterstand in de Rijn. Het transport naar en vanuit Duitsland gaat dan over het spoor, wat een bottleneck betekent in de keten. Die spoorverbinding en bereikbaarheid moeten beter.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branche en branchevereniging?

‘Gezien de diversiteit van onze achterban zie ik die positief in. De dynamiek zal blijven, en ik denk dat onze functie in die complexe omgeving ook van belang blijft. In het algemeen zie je wel dat de solidariteit en de bereidheid om te investeren in de gemeenschappelijke zaak onder druk staan. Het is lastig om goede bestuurders te vinden. Dat staat haaks op de noodzaak die er juist nu is voor een goede lobby. Toenemende internationalisering speelt hierin ook een rol. Vroeger woonden de eigenaren van een bedrijf zelf in het gebied, zij waren daardoor meer betrokken.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘We zijn lid van het algemeen bestuur en daarnaast werken we samen met de regionale tak van VNO-NCW en MKB-Nederland. De aanwezige expertise, de lobbykracht en het netwerk is voor ons de kracht van VNO-NCW en de reden dat wij lid zijn.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Met de directeur van Netherlands Marine Technology, Roel de Graaf. Deze sector staat voor grote transformatie en verduurzamingsopgaven en is leidend in de wereld. Daar zou ik graag een dagje willen meekijken.’