Branchevereniging aan het woord: KVNW, de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren

11-07-2022

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week voorzitter Peter van Houtert van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren (KVNW).

 

Vertel eens over uw brancheorganisatie.

‘De KVNW is eind 19e eeuw opgericht, en een aantal bedrijven van die eerste periode zijn nog steeds lid. Wij zijn de enige branchevereniging in Nederland die zich uitsluitend op de handel in wijn richt. Met een kleine 120 leden vertegenwoordigen we zo’n 75 procent van de branche. Daar zitten grote importeurs tussen maar ook zelfstandige handelaren. Ook hebben we een eigen kwaliteitsregister en zijn we betrokken bij het wijnonderwijs in Nederland.’

 

Wat is uw achtergrond?

‘Ik heb de Hogere Hotelschool gedaan in Maastricht. Na een tijdje in de horeca te hebben gewerkt, ben ik gaan werken bij wijngroothandel Verbunt Wijnkopers als accountmanager. In 1994 ben ik door de HEMA gevraagd om dáár de wijninkoop te gaan doen. Sinds 1998 zit ik weer bij Verbunt Wijnkopers, nu bekend als Verbunt-Verlinden. Eerst als commercieel directeur, en sinds 2017 als algemeen directeur. Sinds 2011 ben ik daarnaast voorzitter van de KVNW.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Wij hebben te maken met een behoorlijk kritische overheid, terwijl we in Nederland een goed en streng alcoholbeleid hebben vergeleken met de ons omringende landen. We nemen als branche daarin ook onze verantwoordelijkheid. Zo steunen we de BOB-campagne en ook de internationale campagne ‘Wine in Moderation’ wordt direct gefinancierd door onze leden. Tegelijkertijd proberen we een gezond tegengeluid te laten horen. Een glas rode wijn kan onderdeel zijn van een gezonde levensstijl. Daarnaast zijn we actief op het gebied van duurzaamheid. Het terugdringen van het glasgewicht en het stimuleren van duurzame wijnbouw zijn daarbij speerpunten.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Een van onze lobbypunten is het creëren van een level playing field. Zo is in de nieuwe Alcoholwet de maximale korting op de prijs van alcohol teruggebracht naar 25 procent. Wij ondersteunen dat en houden ons daaraan, maar buitenlandse aanbieders mogen in Nederland wijn aanbieden met soms wel 50 procent korting, zonder dat daar tegenop wordt getreden. Dat vinden wij een slechte ontwikkeling. De overheid overweegt ook nog andere prijsmaatregelen. Als prijzen in Nederland hoger worden, dan gaan mensen gewoon de grens over om daar hun drank te halen. Dat mag niet onderschat worden.

Een ander punt is blurring: het schenken van alcohol bij bijvoorbeeld de kapper. Wat zijn de regels daarvoor, wie gaat dat goed controleren en past dit in het Preventieakkoord? We zijn voor strenge handhaving om misbruik te voorkomen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche en branchevereniging?

‘Onze branchevereniging is steeds meer naar buiten gericht. Inmiddels bieden we ook een geassocieerd lidmaatschap aan, voor landenbureaus en andere wijngerelateerde organisaties. En we willen onze vereniging verder uitbreiden met mensen die te maken hebben met de wijnhandel maar niet zelf importeur zijn, zoals adviseurs. Wij zijn in deze complexe tijd onmisbaar voor het verkrijgen van informatie en voorvechter van ons bestaansrecht. Daarmee blijven we relevant.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Omdat we het ontzettend belangrijk vinden. We zoeken weleens steun en dat levert dan ook wat op. In het overleg met de overheid, zoals bijvoorbeeld in het Nationaal Preventieakkoord, weten we dat een grote organisatie achter ons staat. En je ziet dat bepaalde onderwerpen ook in andere branches spelen, zoals de stikstofuitstoot waarmee ook wijnboeren te maken hebben.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan zou ik wel willen ruilen met een directeur van een branchevereniging in de vleesindustrie. Zij hebben te maken met soortgelijke problemen, namelijk een lobby tegen het eten van vlees. Het lijkt me interessant om in die branche te kijken hoe ze daarmee omgaan.’