Branchevereniging aan het woord: CBA

16-01-2023

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week directeur Peter van Ostaijen van de Corrugated Benelux Association (CBA), de overkoepelende ledenorganisatie van de Belgische en Nederlandse golfkartonindustrie.

 

Vertel eens over uw branche en brancheorganisatie.

‘Golfkarton is een van de meest gebruikte verpakkingsmaterialen, onder meer in de voedingsindustrie en in groenten en fruit. Zo’n 70 tot 80 procent van alle verpakkingen zijn van golfkarton. In onze branche werken zo’n 2.000 mensen in Nederland en hetzelfde aantal in België. Sinds 2015 werken we voor de hele Benelux. Dat heeft deels te maken met schaalvergroting: er kwamen steeds minder bedrijven, maar deze kregen een omvang passend bij de Benelux. Een andere reden is dat onze branche veel te maken heeft met Europese wetgeving.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat heeft u hiervoor gedaan?

‘Ik ben vanaf 2015 directeur. Mijn carrière ben ik begonnen bij het ministerie van EZ, daarna heb ik gewerkt bij VNO-NCW als beleidssecretaris. Vervolgens heb ik gewerkt bij een brancheorganisatie in de sierteelt export en ik ben wethouder Economie en Verkeer en Vervoer geweest in een middelgrote stad. Ik ben dus goed bekend met politiek en belangenbehartiging.’

 

Wat zijn actuele kwesties voor jullie?

‘Dat is het Europees beleid, met name in het kader van de Green Deal. Wetgeving voor verpakkingen en recycling is een groot onderwerp. Ook willen wij als branche toewerken naar een klimaatneutrale industrie. We hebben een ‘Roadmap to carbon neutrality’ gemaakt om in 2030 tot 55 procent minder fossiele brandstoffen te gebruiken en in 2050 daarvan vrij te zijn. Het is een intensief proces en niet makkelijk, maar onze bedrijven willen die weg op. Voedselveiligheid is een andere belangrijke kwestie. Onze verpakkingen moeten geheel voedselveilig gemaakt worden.”

 

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Belangrijk voor ons is dat de golfkartonindustrie wordt erkend als volledig circulaire industrie. Verder willen wij een ‘European level playing field’. Goede Europese regelgeving en daarbovenop geen nationale top. Het voordeel van EU-wetgeving is nou juist de ontwikkeling van standaarden waaraan alle lidstaten moeten voldoen, zodat er geen verschillen meer zijn. Voor verpakkingen die worden gebruikt in de export is dat heel belangrijk. Ook hebben wij behoefte aan voldoende mbo- en hbo-geschoold technisch personeel. We willen dat de overheid zorgt voor kwalitatief goede opleidingen ten behoeve van de maakindustrie.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Die zie ik zonnig in. Golfkarton is een natuurproduct en onderdeel van een circulaire industrie. Papier en karton is tot wel 25 keer te recyclen. En dat gebeurt ook: 90 tot 95 procent van het golfkarton in de Benelux wordt gerecycled. Bovendien is er altijd een grote behoefte aan goed verpakkingsmateriaal. Zonder verpakkingen kunnen andere sectoren niet draaien.’

 

En van de brancheorganisatie?

‘Op zich wel positief. Maar je moet als organisatie dicht bij je leden blijven staan. Zij betalen de contributie. Dat betekent ook op maat service verlenen aan je leden. Ook is de binding met universiteiten en kennisinstellingen belangrijk. Daar hebben je leden echt wat aan als ze op zoek zijn naar informatie. En de lobby voeren met behulp van ceo’s werkt heel goed, in mijn ervaring.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Wij hebben veel waardering voor het werk van VNO-NCW. Het is steeds moeilijker om in de politiek dingen voor elkaar te krijgen, het voelt soms als vechten tegen de bierkaai. VNO-NCW zet zich in om een goed vestigingsklimaat voor de maakindustrie onder de aandacht van de politiek te brengen. We maken ook gebruik van een aantal commissies die voor ons van belang zijn, zoals circulaire economie, energietransitie en opleidingen.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Met de directeur van de FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie. Nieuwe technologie, energietransitie en technisch onderwijs zijn grote actuele onderwerpen in die branche en vitaal voor onze nationale en Europese toekomst. Daar zou ik graag een dag in de keuken kijken.’