Branchevereniging aan het woord: AVAG - Greenhouse Technology Center

08-05-2022

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week voorzitter Annie van de Riet van AVAG, de algemene vereniging voor aannemers en installateurs in de glastuinbouw.

 

Vertel eens over uw branchevereniging.

‘Wij vertegenwoordigen 75 bedrijven uit de greentech-sector die samen meer dan 5.000 medewerkers hebben. Ze draaien jaarlijks 3 miljard euro omzet, voor 80 procent in het buitenland. Bij de vereniging zelf werken drie mensen. Anders dan veel brancheverenigingen doen we geen cao-onderhandelingen, maar we houden ons wel bezig met lobby, internationalisering, arbeidsmarkt, kwaliteit en innovatie.

Onder internationalisering verstaan we het promoten van de sector in het buitenland, met marktverkenningen en handelsmissies. Kwaliteit bevorderen we door kwaliteitshandboeken en met stichting HortiQ, waar leden zich kunnen certificeren. Voor innovatie hebben we ook een stichting opgericht: Hortivation. Die investeert elk jaar 2 miljoen euro in onderzoek naar bijvoorbeeld autonoom telen, teelt digitaliseren en software voor het kiezen van de juiste kasconstructie voor elke plek op de wereld, afhankelijk van lokale omstandigheden als windsnelheden. Nu data steeds belangrijker worden, werken we ook aan manieren om die eenvoudig te kunnen uitwisselen in de keten.’

 

Hoe lang bent u al voorzitter en wat is uw achtergrond?

‘Ik ben voorzitter sinds eind 2019. Tuinbouw was me niet helemaal vreemd, want ik heb diverse management- en directiefuncties bij de Greenery gehad en ken nog veel mensen uit dat netwerk. Toen keek ik naar tomaten en aardbeien, nu naar kasconstructies. Ook heb ik vijf jaar gewerkt in de lobby voor akkerbouwproductschappen. Maar direct hiervoor was ik directeur van de NVM, de vereniging van makelaars en taxateurs.’

 

Wat speelt er op het moment in uw branche?

‘De prijzen van grondstoffen als staal waren al gestegen. Door de Oekraïne-crisis staat ook de beschikbaarheid onder druk. 40 procent van het glas dat we nodig hebben, komt uit Oekraïne en Belarus. Daar is nu ook een tekort aan. Ook de gestegen gasprijzen zijn een enorm probleem. Direct, doordat de productie van staal en aluminium energie-intensief is, maar ook indirect: onze klanten kunnen of willen minder investeren. Dat vertaalt zich direct in onze business.

Een ander probleem is de krapte op de arbeidsmarkt. Onze sector ontwikkelt zich naar een meer gedigitaliseerde business. We hebben hogeropgeleid personeel nodig, zoals data-analisten en engineers. Daardoor concurreren we met andere sectoren. Technisch personeel is op alle niveaus schaars. We ondernemen allerlei activiteiten om de wereld van onderwijs en onze bedrijven dichter bij elkaar te brengen.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Door de gebeurtenissen in Oekraïne lijkt de duurzaamheidsagenda lager op de prioriteitenlijst te staan. Maar ik geloof dat innovaties op het gebied van duurzaamheid het antwoord zijn op veel langetermijnproblemen. Onze leden hebben daar hele goede oplossingen voor. Wij pleiten ervoor dat de overheid duurzaamheidsinvesteringen blijft stimuleren, zodat we niet achteropraken.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Die zie ik rooskleurig in. Mede door corona is voedselzekerheid voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog op de agenda gekomen, ook internationaal. We willen niet meer producten over de hele wereld slepen. Dat vraagt om lokale productie, die vaak nog moet worden opgezet. Wereldwijd is er een trek naar de stad, dus mensen doen meer een beroep op voedsel dat elders geproduceerd wordt. En ze krijgen steeds meer te besteden, waardoor ze ook beter voedsel kiezen. De gecontroleerde teelt in kassen moet fors uitgebreid worden om aan die toenemende vraag te voldoen. Daar kunnen onze leden bij uitstek een rol in spelen.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Als kleine organisatie is het logisch om aan te sluiten bij VNO-NCW om onze punten in het lobbycircuit te maken. Ik ben heel tevreden over de samenwerking. Zo was Thomas Grosfeld bij onze ALV om de actualiteit rondom Oekraïne toe te lichten, dat stellen we erg op prijs.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Met Cees Oudshoorn of Ingrid Thijssen. Ik vertegenwoordig één sector, maar zij moeten het hele speelveld overzien. Het lijkt me een uitdaging om daar je weg in te vinden, de goede prioriteiten te stellen, en toch alle leden goed te blijven bedienen en tevreden te stellen.’