Handen aan de ploeg met de energietransitie

Start op tijd met de energietransitie! Met die waarschuwing komt de ‘sg’ – de hoogste ambtenaar – van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in haar jaarlijkse nieuwjaarsartikel in het economenblad ESB. Het niet op tijd realiseren van de energietransitie ‘brengt het risico met zich mee dat de waarde van onze huidige economische activiteiten afneemt, en op termijn zelfs mogelijk helemaal verdwijnt’. Een terechte waarschuwing, als je het mij vraagt.

 

Lange adem

De energietransitie is een uitdagende en complexe aangelegenheid die een lange adem vergt. Ga maar na: voor bijvoorbeeld elektrificatie en waterstof moet een groot aantal elementen op hetzelfde moment samenkomen. Denk aan het beschikbaar zijn van de techniek, de energie-infrastructuur, financiering, vergunningen, personeel voor de aanleg van het systeem. En let wel: een dergelijk project duurt ongeveer 10 jaar. Dus als we vandaag beginnen staat er pas iets in 2031. Terwijl de Europese Green Deal een emissiereductie van 55 procent in 2030 voorschrijft. Nóg belangrijker: in 2050 willen we met z’n allen op 100 procent emissiereductie zitten.

 

Industrie is de motor

De Nederlandse industrie is de motor voor het realiseren van de energietransitie. En die staat hiervoor in de startblokken. Maar dan moet er nog wel wat gebeuren. De secretaris-generaal stelt in haar artikel dat er te weinig wordt geïnvesteerd door de overheid in de transitie. Als de industrie de motor is, dan moet de overheid als katalysator werken. Het is daarom zaak om samen het pad naar 2050 vast te stellen. Met een belangrijke tussenstop in 2030. Dan komen we er vanzelf achter wat er nodig is om de energietransitie tot een succes te maken. Kunnen we meteen onze rol als voorloper in de wereld waarmaken. 

 

Emile Rodenhuis

Beleidssecretaris energie en klimaat